Anekdotes en (sterke) verhalen
Openbare dronkenschap en mijn laatste kunstje. Door mar Henk Meerdink, lichting 65-4
Iedereen herinnert zich ongetwijfeld de laatste dag op 'het Depot' zoals destijds het opleidingscentrum van de Marechaussee werd genoemd. Mijn herinnering heeft een bijzonder tintje. Zoals een ieder heb ik samen met een paar lichtingsgenoten op die laatste avond voor het laatst de cafe's en cafetaria's en dergelijke lokaliteiten in Apeldoorn bezocht. Hierbij zijn natuurlijk de nodige alcoholische versnaperingen gebruikt. Gezien de gigantische wedde van fl 1,00, zegge: één gulden per dag was het aantal niet uitbundig maar genoeg voor gepaste vrolijkheid.
Na afloop verschenen wij aan de poort van de Koning Willem III kazerne. Daar kregen wij van de wacht de ontnuchterende mededeling dat het reeds 3 minuten over 22.00 uur was! Derhalve was het hem onmogelijk om ons toe te laten zonder ons te verantwoorden bij de wachtcommandant.
Na ons voorbeeldig te hebben gemeld bij de autoriteit, hij was evenals de wachtpost afkomstig van de rechterkant (beroepsopleiding), werd ons op niet mis te verstane wijze verteld, dat het een schande was om tot in het holst van de nacht over de Apeldoornse dreven te zwalken en daarbij nog in kennelijke staat van dronkenschap het uniform der Koninklijke Marechaussee in discrediet te brengen. Op mijn vraag wat hij verstond onder 'het holst van de nacht' en 'openbare dronkenschap' werd ons met ietwat verhoogde stem medegedeeld, dat ons dat geen bl..... aanging en dat hij wachtmeester was en wij slechts marechaussee der vierde klasse. Hij bepaalde ...... enz, enz.
Nadat ik hem het artikel openbare dronkenschap uit het Wetboek van Strafrecht (dat ik toen nog uit het hoofd kon opdreunen omdat ik in het burgerleven agent van politie was) had uitgelegd werden wij met een rapport CC heengezonden.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij best wat bier op hadden maar geenszins dronken of vervelend waren, op de opmerking tot de wachtcommandant na dat hij nog heel lang moest dienen en wij (excuses ouwe stompen!) nog maar kort. Nou ja, hij had ons ook gewoon door kunnen laten. Maar dit terzijde.
Wij zaten later met z'n vieren op de gang te wachten op rapport CC. Nadat mijn collega's waren geweest, (het viel nogal mee: ieder 2 dagen licht) trad ik (kloppen, wachten, binnen) vol goede moed het kantoor van de CC, de voor mij onvergetelijke majoor Bos, binnen.
De conversatie tussen mij en deze hooggeplaatste zal ik niet weergeven. In ieder geval kwam het er op neer, dat een politieambtenaar moest weten dat hij niet in een marechaussee-uniform dronken over straat mocht lopen. Laat staan veel te laat van avondpermissie terug te komen. Derhalve oordeelde hij in zijn almacht om mij voor dit ontzettende dienstverzuim te belonen met 5 dagen gezien mijn voorbeeldfunctie.
Gezien de onrechtmatigheid van het verschil in de straf werd mij medegedeeld dat ik daartegen bezwaar zou kunnen aantekenen. Hierna werd mij fijntjes medegedeeld, dat ik nog een flinke tijd moest dienen en dat hij goede contacten had bij het 101 Marbat. Ik heb het derhalve maar gelaten voor wat het was.
Overigens heb ik geen noemenswaardige last gehad van deze straf bij de parate op een vermanend onderhoud met de CC kapitein Van Zuijdam na. Lichtgestraften kregen van de wmr van de week van te voren op, op welke tijdstippen je geacht werd je te hebben gemeld. En dat was altijd op het moment als je naar de film wilde of zoiets en om 22.00 uur!
Aangezien het de Minister van Defensie had behaagd om politieambtenaren vrij te stellen van de militaire dienstplicht, smaakte ik het genoegen om drie maanden eerder af te mogen zwaaien en wel daags vóór Kerstmis 1966. Aangezien mijn lichtingsgenoten achter moesten blijven was dit een apart gebeuren. Derhalve werd hieraan enig ceremonieel besteed. Voor het legeringsgebouw stond een gedeelte van de lichting 65-4 in een haag aangetreden waardoor de oude stomp met de plunjebaal op zijn rug met enige weemoed de kazerne verliet. Zodoende liep deze marechaussee der derde klasse door een haag van meerderen (korporaals/mars2) richting poort. Omdat ik die rang niet had behaald moest ik de plunjebaal zelf dragen en mee naar huis nemen i.p.v. opsturen per van Gend & Loos. De nestel had ik ingepakt evenals de platte pet en de overige PSU. Vandaar het volgende "misverstand".
Op het perron van station Apeldoorn zat ik vermoeid door het torsen van de zware plunjebaal op dit voorwerp uit te rusten en een sigaret te roken (toen rookte men nog). Op zeker moment hoorde ik iemand achter mij met luide stem en met gezag roepen: "Hé, huzaar doe je jas dicht." Dit bevel werd enige malen herhaald tot er een marechaussee der eerste klasse voor mij stond en mij vroeg of ik hem wel had gehoord. Ik antwoordde bevestigend, maar vanwege het feit dat ik een marechaussee was had ik niet op dit bevel gereageerd. Nadat ik hem op de patjes met de granaat had gewezen, viel hij over het feit dat ik geen pet op had maar een baret en geen nestel droeg. Kortom, dit alles was een rapport waardig. Gelukkig was de commandant van de stationspatrouille de wachtmeester Piet Velmans (een van de weinige kaderleden, waarvan ik mij de naam nog kan herinneren, hetgeen genoeg zegt). Ik heb met hem nog even gezellig op het perron zitten praten en wat herinneringen opgehaald. Hierna stapte ik op de trein naar Winterswijk. Op het station aldaar stond een marechausseebusje met daarin twee marechaussees der 1e klasse. Dit had ik al de tijd daarvoor nog nooit meegemaakt. Dit toeval kwam goed uit. Ik kende overigens beiden (een naam schiet mij te binnen, en wel mar Schraa). Zij hebben mij met plunjebaal thuis bij mijn ouders afgezet.
Ik geeft toe, mijn uniform was niet geheel correct en de marechausseebaret was destijds donkerblauw (bijna zwart) dus de vergissing was begrijpelijk. En ja, ik was heel blij dat ik er vanaf was en ja, ik had ook wat gedronken en ja, ik was vaak en ook nu wel een klein beetje recalcitrant maar door de bank genomen heb ik toch wel een leuke tijd gehad bij de 101 Marbat.
n.b. mijn miltaire "vergrijpen" en de daaraan gekoppelde straffen hebben geen nadelige gevolgen gehad voor mijn carrière bij de politie. Integendeel, die is buitengewoon goed verlopen. Hoewel ...... als ik had moeten solliciteren, weet ik het zo net nog niet.