Anekdotes en (sterke) verhalen
Mijn kennismaking met de harde opleiding bij de Marechaussee. Door dpl wmr Gijs Treur, lichting 52-3
Ik ben voor "mijn nummer", zoals dat destijds heette, op 10 november 1952 in Apeldoorn in de Koning Willem III kazerne, opgekomen. Dit was de laatste zogenoemde volledige 1ste opleiding. De hierna opgekomen dienstplichtigen waren de zogenoemde "fillers" en hun militaire opleiding duurde 2 maanden. Het was een zeer goede maar soms ook een harde opleiding in Apeldoorn.
Het ergste van de eerste 3 maanden was wel het eten. Van het gebouw waarin we gelegerd waren driemaal per dag naar de keuken om eten, nou ja eten, op te halen in grote gamellen. Niet veel eten. We hadden altijd honger. De maaltijden werd gebruikt in de slaapzalen, 48 jonge kerels per zaal. De zalen werden doorsneden door een grote lange gang. De tafelbladen werden voor het eten omgekeerd.
De broodmaaltijden waren karig. Vandaar ook dat na het eerste verlof, na 6 weken, nagenoeg alle in opleiding zijnde marechaussees eten van huis meenamen. Potten vol, vooral pindakaas, maar ook jam en voor de eerste week brood en beleg. Stel je voor, 48 jonge kerels in één grote ruimte. Degenen die het dichtst bij het raam sliepen, allen op stapelbedden, wilden het kleine raam dicht houden, de anderen wilden deze juist open hebben.
We sliepen op strozakken. Deze werden al op de eerste dag door ons gevuld. Daarvoor moesten we helemaal aan het einde van het kazerneterrein zijn, nabij de munitiebunker. Vervolgens om de 3 à 4 weken stro verversen.
Een ander gedenkwaardig feit was dat ik in de eerste drie maanden van mijn opleiding "licht arrest" aan mijn broek kreeg. Tijdens een veldloop, waar ik echt niet de slechtste was, kreeg ik hevige miltsteken. Ik zakte af tot helemaal achterin. Daar liep ook de sportonderofficier-wachtmeester. Hij spoorde mij enkele keren aan om door te lopen en naar voren te gaan. Ik kon echt niet meer en heb hem alleen aangekeken. Meer echt niet. Nog dezelfde dag moest ik op rapport komen bij kapitein De Jong. Ik kreeg 6 dagen licht arrest omdat ik de sportonderofficier-wachtmeester "vernietigend" had aangekeken. Is waar gebeurd!
Nochtans werd ik uitverkoren om de onderofficiersopleiding te gaan volgen. Ik heb die opleiding met veel plezier, met een aantal medecursisten, gevolgd en met goed gevolg het examen afgelegd en vervolgens bevorderd tot wachtmeester. Daarna werd ik ingedeeld als instructeur bij een "filler" opleiding, waar ik overwegend de wapenlessen gaf. Dat heb ik ongeveer 2 maanden gedaan en daarna werd ik overgeplaatst naar Nunspeet. Daar werd, het in oprichting zijnde onderdeel van de parate troepen 2-101 Legerkorps Marechaussee Bataljon, gelegerd.
De eerste compagnies-commandant was de kapitein Van Dijk, een niet plezierig overkomende officier. Dat zal misschien ook wel liggen aan het feit dat ik van hem 8 dagen licht arrest aan mijn broek kreeg. Wat was er gebeurd?
Ik was op dat tijdstip wachtmeester van de week. Tijdens het afmarcheren van de halve compagnie naar de eetzaal -dit gebeurde in het weekend-, werd ik onderweg daar naartoe, door de commandant van de legerplaats Nunspeet bevolen naar het kleine exercitieterrein te gaan. Daar moest ik de rijen openen. Hij liep alle marechaussees langs. Eén van de marechaussees had volgens de voorschriften, naar hij uitlegde, zijn mes, lepel en vork niet in zijn rechterhand, maar deze waren gestoken in het kleine zakje op de rechterbovenzijde van zijn broek. Hij, die marechaussee, had wel op de juiste wijze zijn etensblikje in zijn linkerhand, zoals het hoorde. Hij zou hiervan rapport opmaken en ik moest dezelfde middag bij hem op zijn kantoor komen. Hij vertelde mij dat hij aanvankelijk het voornemen had gehad om de strepen op mijn uniform af te trekken!
Zoals gezegd kreeg ik in de daarop volgende week de straf van 8 dagen licht arrest van kapitein Van Dijk. Deze kapitein is maar korte tijd gebleven. Hij werd opgevolgd door de Kapitein (met een Hoofdletter) Schulze. Ik heb twee volle jaren onder deze Kapitein gediend en naar ik meen tot beider tevredenheid.
Na mij reguliere diensttijd van 2 jaren heb ik nog een jaar bijgetekend als reservewachtmeester en bleef gelegerd in Nunspeet bij 2-101 LK Mar Bat.
Ik heb, zowel in Apeldoorn als in Nunspeet drie prachtige jaren gehad. Die marechaussee-jaren zijn van invloed geweest op de rest van mijn werkzame leven (37 jaar politieman). Doorzettingsvermogen, discipline, teamgeest en sociaal bewustzijn. Ja, ook dat laatste was belangrijk en daarin is Kapitein Schulze mijn grote voorbeeld geweest, evenals trouwens de beroepsonderofficieren, in het bijzonder genoemd de compagnies opperwachtmeester Weersma en de wachtmeesters Willem Lindaart, Gerrit van de Berg, evenals ook alle anderen (beroeps) onderofficieren en mijn collega’s dienstplichtige onderofficieren.
Met Willem Lindaart heb ik 2 jaar in Nunspeet een kamer gedeeld. Ik heb tot op heden nog steeds contact met politie-collega’s, met wie ik in die jaren in Nunspeet heb gediend. Het is opvallend dat ik deze collega’s bij de politie vaak in leidinggevende functies terugzie. Ze zijn het wel met mij eens dat zij, evenals ik, zijn gevormd en misschien wel een beetje gekneed tot wat wij later zijn geworden. Daar zou ik meerdere namen bij in kunnen vullen.
Van de dienstplichtigen, waarmee ik op 10 november 1952 ben opgekomen, ben ik er later niet zoveel meer tegengekomen. Door de onderofficiersopleiding zijn deze jongens terechtgekomen bij, hetzij 4 DMC in Harderwijk, hetzij dat zij geplaatst werden bij een KMar brigade. Later in Nunspeet kwamen de na mij gekomen fillers ook terecht bij 3-101 LK Marbat en bij de 181 Krijgsgevangenen bewaking compagnie. Ook werden marechaussees van 2-101 overgeplaatst naar 3-101, en 181.