Anekdotes en (sterke) verhalen
Trompetsignalen bij licht arrest. Door mar Henk Meerdink, lichting 65-4
Ik weet niet meer de exacte datum en tijd, omdat ik het rapport destijds na het uitzitten van mijn straf helaas heb verscheurd en in de daarvoor bestemde afvalbak heb gedeponeerd. Maar het was al vrij vroeg na mijn opkomst in dienst. In ieder geval tijdens mijn verblijf bij de A-compagnie. Ik weet zelfs niet meer waarvoor ik dit rapport mocht ontvangen en van wie. Misschien wel van opper "Gijs" Nijkerk, of wmr Lutjens wellicht? Ik sluit ook de luitenant Leupe niet uit. Het zijn de enige namen van kaderleden die ik mij nog kan herinneren.(Herstel: ook de wmr Velmans schiet mij te binnen, maar aan hem heb ik alleen goede herinneringen, namelijk normaal menselijke gedrag en waarmee ik diverse malen een collegiaal gesprek heb kunnen voeren). In ieder geval was ik veroordeeld tot 2 dagen licht arrest door mijn CC kapitein Johanisse. Kennelijk heb ik mij op een of andere wijze dermate schandelijk misdragen dat hij tot deze correctie was genoopt. Dit hield in, dat ik mij dat weekend als enige marechaussee in het legeringsgebouw van de A-compagnie bevond. Hoe het ging met de maaltijden weet ik niet meer. Om mijn eenzaamheid te verlichten, bracht ik de avonden door in de manschappenkantine van de parate onderdelen die, naar ik meen, schuin achter de keuken was gelegen.
De eerste avond (vrijdag) was het al raak. Gezeten aan de bar en in gesprek met "gewone soldaten", klonk een luid getoeter vanuit de toegangshal van de kantine. Na deze serenade te hebben beluisterd, vervolgden wij onze conversaties. Enige tijd later verscheen er in de kantine een marechaussee met een trompet in de hand, die met luide stem riep of de marechaussee Meerdink zich in de kantine bevond. Ik deelde hem mede, dat zulks het geval was en dat ik dat was. Hij vroeg mij waarom ik mij niet had gemeld bij de wacht. De dienstdoende wachtmeester was boos dat ik niet was verschenen. Ik diende mij terstond naar de wacht te begeven. Onderweg legde de trompettist mij uit, dat indien hij middels zijn trompet het signaal gaf bij de gebouwen en kantine, de lichtgestraften zich terstond dienden te melden bij de wacht. Nadat ik mij model had gemeld (je leert gauw) bij de wachtcommandant, werd ik eerst op niet mis te verstane wijze op mijn falen gewezen. Nadat de brave man stoom had afgeblazen, kon ik hem uitleggen dat ik geenszins de bedoeling had gehad om zijn autoriteit in twijfel te trekken. Mij was namelijk niet verteld dat er trompetsignalen bestonden om mij te informeren dat ik mij bij de wacht moest melden. Tevens had ik evenmin de bedoeling om de kazerne ongeoorloofd te verlaten. Ik was namelijk wel op de hoogte gesteld, dat een lichtgestrafte de kazerne niet mocht verlaten. De wachtmeester, ik ben zijn naam helaas vergeten, draaide helemaal bij nadat hij hoorde dat ik politieambtenaar was. Hij had dienst gedaan op de brigade Den Haag en wij bleken gezamenlijke kennissen te hebben. Na enige herinneringen te hebben opgehaald mocht ik weer terug naar de kantine. Hij deelde mij mede, dat ik mij het gehele weekend niet meer behoefde te melden na mijn belofte het kazerneterrein niet te zullen verlaten. Hij zou geen melding van mijn vergrijp maken. Zo heb ik het weekend lezend (op de kamer) en drinkend (kantine) verder redelijk aangenaam doorgebracht.