Anekdotes en (sterke) verhalen
Van dienstplichtige naar beroeps. Door kapitein bd John Kagenaar, lichting 63-2
M'n basisopleiding en voortgezette opleiding volgde ik bij de dienstplichtigen, waarna ik (aansluitend) beroeps werd.
Eerlijkheidshalve moet ik bekennen, dat ik destijds gelokt werd door het "grote geld" en het comfort bij het beroepseskadron.
Er waren grote verschillen tussen de lichtingen 63-2 dienstplichtigen en 63-2 beroeps.
Als dienstplichtigen moesten we slapen op strozakken (die we zelf moesten vullen) en als beddegoed hadden we alleen de drie bekende PSU-dekens. Lakens of iets dergelijks waren er niet bij.
De beroeps hadden wel een gewoon matras en lakens, wat door ons dienstplichtigen als pure luxe werd gezien. De discipline was bij de compagnie (dienstplichtigen) aanmerkelijk strenger dan bij het eskadron (beroeps). Daarbij kwam ook nog dat het voor de opleiding van dienstplichtigen kennelijk nodig was om tenminste één keer per week (soms meerdere keren) 's nachts "administratief alarm" te geven, wat betekende: alles (werkelijk de gehele PSU) model pakken en daarmee dan als de gesmeerde bliksem aantreden voor gebouw 24.
Meestal (eigenlijk altijd) duurde het pakken te lang, was het aantreden te laat en klopte het bij de ene of de andere niet, zodat er weer maatregelen volgden (allemaal nodig voor de vorming).
Bij het eskadron (beroeps) wisten ze niet eens wat "administratief alam" inhield! Bovendien kregen wij als dienstplichtigen "soldij." Je kreeg Fl. 0,90 plus Fl. 0,10 sparen (voor een nieuw pak als je afzwaaide, want je was immers intussen "een man" geworden en je jongenskleren zouden dan niet meer passen).
Bij de beroeps was er sprake van een "wedde", wat een kapitaal was in vergelijking met de soldij.
Toen ik met mijn lotgenoten bij de compagnie wekelijks druk was om mijn vrije weekend te verdedigen tegen de vele gevaren die overal op de loer lagen en je zomaar een tuchtstraf konden bezorgen (uitgesproken vlak voor je vrije weekend), hoorde ik over de verschillen tussen het leven als dienstplichtige en beroeps. Bovendien hoorde ik dat, als je beroeps werd, er een proeftijd van negen maanden gold. En, belangrijker, gedurende die proeftijd kreeg je gewoon de wedde en alle andere voordelen van de beroepsmarechaussee! Mocht je aan het eind van die negen maanden proeftijd besluiten om toch maar niet voor zes jaar een verband te tekenen, dan mocht je gewoon die wedde houden en bovendien werden die negen maanden van je dienstplicht afgetrokken! Dus mijn keus werd vlug gemaakt (eerlijkheidshalve: op twijfelachtige gronden).
Ik mocht verkassen naar het eskadron (van elnt Jongepier) en kreeg daar én het beloofde matras met lakens én de wedde. En.......bovendien de eerste de beste nacht "administratief alarm!"
Dat was de eerste keer voor mijn gloednieuwe collegae en ik was dan ook in een vloek en een zucht volledig gepakt toen sommigen nog maar net de legergroene dienstpyama uit hadden. Ik denk dat ik die eerste keer wel vier of vijf slapies heb geholpen bij het pakken.
Hoewel ik een opleiding had gevolgd als rekeningcourant boekhouder en mijn opleiding voor SPD1 slechts onderbroken zag door m'n dienstplichtvervulling, waren er (kennelijk) veel facetten van het KMAR-leven die mij hebben aangesproken, want ik ben gebleven en heb een gouden tijd gekend bij het Wapen. Na 36 jaar ben ik als kapitein met flo gegaan.