Anekdotes en (sterke) verhalen
De sergeant is geen dokter. Door dpl wmr Peter J. van der Werff, lichting 54-5
Van de Jeep (Willys-Overland, red.), waar wij mee reden, waren er ruim 600.000 geproduceerd. Het was een geweldig voertuig, maar had ook een gevaarlijke eigenschap. Door de korte wielbasis (190 cm) kon hij gemakkelijk in een ‘spin’ terecht komen en belandde dan soms op zijn zijkant. Niet voor niets noemden de Amerikanen in de Tweede Wereldoorlog dit voertuig ‘Hitlers geheime wapen’.
Tijdens een verkeersdienst te velde in 1955 trof ook onze Jeep dit lot en werden wij, de drie inzittenden, min of meer gelanceerd. Wij kregen door dit incident allen een gekneusde rib en een van mijn klasgenoten kwam daardoor ter observatie in de ziekenzaal van de Koning Willem III-kazerne, boven de wacht, terecht.
Gelukkig was er geen blijvend letsel en na een paar dagen zei de sergeant-verpleger (Beekhuis) dat hij de volgende dag het ziekenzaaltje mocht verlaten. Toen ’s middags de militaire arts zijn ronde deed, zei mijn klasgenoot tegen hem: "Ik mag hier morgen weer weg, heeft de sergeant gezegd". De dokter voelde zich zwaar in zijn waardigheid als arts aangetast en antwoordde korzelig: "Maar de sergeant is geen dokter!" Toen hij ontdekte dat deze vlak achter hem stond, maakte hij zich min of meer belachelijk door er snel aan toe te voegen: "Alhoewel de sergeant óók veel weet".