Anekdotes en (sterke) verhalen
Mijn diensttijd was eigenlijk niet zo leuk. Door mar Henk Meerdink, lichting 65-4
Ik heb op de website weer eens wat anekdotes /sterke verhalen gelezen. De meeste zijn behoorlijk positief. Ik heb de mijne ook weer eens herlezen. Al zwelgend in mijn herinneringen kwam ik tot de conclusie dat mijn diensttijd eigenlijk helemaal niet zo leuk was als je door die verhaaltjes zou denken.
Hierbij mijn laatste verhaaltje.
Redactie:
Op de vraag (met een knipoog) of hij aan zijn diensttijd niets heeft overgehouden, geen trauma’s heeft moeten verwerken, niet in therapie is geweest, antwoordde Meerdink:
Inderdaad, niks aan overgehouden, geen trauma’s en geen therapie. De verwerking vond plaats ongeveer vier maanden na mijn afzwaaien.
Ik stond nabij het Vredespaleis met een zogenaamd klapbord verkeer te regelen. Op een gegeven moment stremde het verkeer door de bestuurder van een blauwe Volkswagen kever die probeerde vanuit het rechtsafvak naar links in te voegen. Ik gaf aanwijzingen dat hij door moest rijden in zijn vak en af moest slaan. Op een gegeven moment kwam deze bestuurder nabij de plek waar ik stond. Ik zette het verkeer stil en begaf mij naar de VW. Wat schetste mijn verbazing toen bleek dat de bestuurder mijn voormalige cc Van Zuijdam bleek te zijn. Hij verklaarde dat hij naar de brigade aan de Laan van Meerdervoort moest en in het verkeerde vak was gereden. Ik maakte hem duidelijk dat hij niet had voldaan aan een bevel of vordering gedaan door een politieambtenaar in de rechtmatige uitoefening zijner bediening. Hij herkende mij niet, ik hem wel. Ik heb hem op beschaafde wijze de mantel uitgeveegd en weggestuurd. Kortom, mijn ‘trauma’ was verwerkt! Ik heb geen proces verbaal opgemaakt. Vond het zo wel genoeg, sans rancune. Wel even verteld, dat ik die ongeschikte*) marechaussee der derde klasse was uit Nunspeet!
Mar Meerdink vervolgt:
Zoals ik al schreef heb ik vele andere anekdotes en verhalen van collega marechaussees gelezen. Veelal positieve. De meesten van hen zullen als 18-jarige in dienst zijn gekomen en geen ervaring hebben gehad met dienstvoorschriften, regels, uniform en discipline. Zij zullen dus anders tegen de militaire mores hebben aangekeken dan ik. En hun tijd ook anders hebben ervaren.
Ik was, zo dacht ik (onterecht, zoals later bleek), redelijk voorbereid om bij de Koninklijke Marechausse te dienen. Ik was al twee jaar in dienst (met vaste aanstelling) bij de gemeentepolitie Den Haag. In die tijd behoorde exercitie en discipline bij de opleiding op de politieschool en ook later aan de bureaus werd er bij aanvang van de dienst nog appèl gehouden. Dit alles weliswaar niet zo stringent als in de miltaire dienst maar toch... Ook daar werd je naar de kapper gestuurd als de lokken te lang waren. Hoewel veel minder fanatiek toch zeer herkenbaar. Doch altijd fatsoenlijk en beschaafd. Ik heb bij de politie destijds nooit kaderleden en officieren horen vloeken, schelden of schreeuwen.
Veel dienstplichtige marechaussees zijn later bij de politie gegaan. Bij mij was het dus andersom, echter zonder vrije keuze. Zowel in diensttijd als vrije tijd had ik goed contact met de beroepscollega's van de Marechaussee. Dat zou in Apeldoorn wel hetzelfde zijn dacht ik, niets aan de hand dus. Helaas bleek dat anders te zijn...
Op een na, de wachtmeester (1e kl ?) P. Velmans, een aardige menselijk man, kan ik mij geen prettige contacten herinneren met het beroepskader/officieren. Oh ja, ook de kornet Van Ool herinner ik mij als een beschaafd persoon. Enkelen (gelukkig niet allemaal!) waren zelfs bot en onbeschoft. Als je onvoorbereid als jongeman in dienst komt denk je waarschijnlijk dat het erbij hoort. Ik had daarvoor andere, normale contacten en dacht daar dus anders over.
Als het meest in het oog lopende feit kan ik vermelden, dat ik het niet verder heb gebracht dan marechaussee der derde klasse, terwijl mijn lichtingsgenoten tweede klasser werden. In tegenstelling tot hetgeen ik in een van mijn stukjes heb geschreven vond ik dat destijds helemaal NIET leuk. Ik heb geen idee waarom ik niet werd bevorderd. De kapitein van Zuijdam heeft mij nooit duidelijk kunnen/willen maken waarom hij tot dat besluit kwam. Geen bevordering ondanks het feit dat ik opsporingsbevoegdheid bezat en de ambteed had afgelegd alsmede twee jaar ervaring bij de Haagse politie. Ik zou daarom eerste klasser of mogelijk zelfs wachtmeester hebben kunnen zijn. Ik heb er behoorlijk van gebaald. Ik kan er nu na 50 jaar met terugwerkende kracht nog steeds boos om worden. Maar ach.....
De enige tijd die ik mij als plezierig herinner, was bij de de radioschool en de rijopleiding. Voor de rest vond ik de tijd op het depot heel onprettig. Bij het 101 Marbat in Nunspeet waren de oefeningen en escortes geweldig. Voor de rest kan ik nog vermelden dat ik blij was, dat ik vier maanden eerder kon afzwaaien, omdat ik een vast dienstverband had bij de politie. Ik ben tot op heden de bonden dankbaar dat zij destijds hadden geregeld, dat de miltaire diensttijd in het personeelsdossier werd opgenomen ZONDER vermelding van bijzonderheden.
Na mijn afzwaaien kon ik bij de politie min of meer weer van voren af aan beginnen, omdat ik geen bijscholing (diploma's/certificaten, etc) heb kunnen volgen zoals mijn collega's. Een behoorlijk verlies van kostbare tijd dus. Ook nog eens zonder noodzaak, want er kwam een paar maanden na mijn opkomst vrijstelling van militaire dienst voor politieambtenaren, geboren na 1945. De meeste politieambtenaren konden toen per direct de dienst verlaten tot hun grote opluchting. De oplettende lezers begrijpe het al, ik ben van 1945.
Ik had mij bij de opkomst in Apeldoorn iets heel anders voorgesteld van mijn dienstverband bij de Marechaussee en hoe die zou verlopen. Maar goed, dat is 50 jaar geleden. Het is uiteindelijk allemaal toch goed gekomen.
*) Zie Meerdinks verhaal 'Opkomst en belevenis van een welgestelde Marechaussee der 3e klasse'