Anekdotes en (sterke) verhalen
Mijn tijd op het Depot in een notendop. Door mar Wim van den Bos, lichting 54-1
Op 4 februari 1954 (een koude dag) per trein en 3-tonner als dienstplichtig militair naar de Koning Willem III-kazerne te Apeldoorn.
Ingedeeld bij de 1e Instructie Cie van kapitein de Wit en adjudant Davelaar.
Vlot kwamen wij onder de krijgstucht te staan. Kwam in conflict met wachtmeester 
1e klas De Bruin. Ik moest naar de kapper: haar knippen en de snor eraf. Haar werd geknipt en de snor bleef zitten. Dus dit werd trammelant. Een andere wachtmeester vertelde mij dat je een snor mocht hebben mits het de man niet misstaat. Dus ik had hulp. Er werd een foto gemaakt voor het militair paspoort met snor en het conflict was opgelost.
Vervolgens werd de kleding uitgereikt. Uniform, sokken, schoenen en ondergoed. Eén in de was, één in de kast en één aan de bast. Buiten- en binnenhelm, baret en pet. Toen kwam er een Garand geweer en bajonet tevoorschijn.
Wij sliepen in stapelbedden en daarin had ik een mooi plekje. Bovenin tegen twee muren; onder mij lag iemand die heel weinig zei. Ik noemde hem Willem de Zwijger. Na een maand werd hij overgeplaatst naar de Infanterie. En zo gingen er meer naar een ander onderdeel.
's Morgens bij het wekken kon je de wachtmeester in de gang al horen aankomen. De nestelpennen tikten tegen elkaar en meldden zijn komst.
De zaal bestond uit twee gedeelten, met hierin een tafel. Hierop lag een blauw/grijs geblokt kleedje in een vast patroon, met aan weerszijden lange houten banken. Bij mijn kamerwachtbeurt legde ik de kleedjes in dropvorm op de tafels. Met de inspectie was het toen donderen.
Het wolletje opmaken werd geleerd. Koper poetsen, wit en groen geblancood. Uniformbroek voor een scherpe vouw onder de matras. Rangen en standen stonden op het lesprogramma. Een mars of veldloop en oefening te velde werd gepleegd. Schietles, oefeningen o.a. te Balkbrug en op bivak. Maar er viel geen onvertogen woord. Ingewaaid kippenhok hoorde ik eens.
Door de etenhalers werden de maaltijden in gamellen bij de keuken afgehaald. Elke dag, vaste prik, waren er twee blokjes kaas bij. Volgens de kok waren dat 'zonneschijn vitaminen'. Zo noemden wij bruine suiker 'Sahara-zand', gekleurde hagelslag 'Technicolor'. Verder jam en vleeswaren.
Ik vond het eten niet zo goed. Later kostte mij dat nog een na-inspectie.
De eerste zondag was verplicht kerkbezoek. Na de dienst stonden wij voor de kerk in een troep bijeen. Plotseling een commando: "Voorwaarts mars" en daar gingen wij. Het was wel een stem uit het kerkpubliek.
Voor de toiletten zaten halve deuren. Wanneer er een koppel overheen hing, was die bezet. Van alles stond er op de deuren en muren. Zoals: "Hier rust en rot het stoffelijk overschot van avondmaal en middagpot". "Komt de Luit, dan poep je toch". "God schiep de mens en creaturen van officieren".
Met een ouderdag op 26 maart 1954, werd deze periode afgesloten om vervolgens naar de 4e Instructie Cie te verhuizen. Nog steeds eten halen in gamellen bij de kok in de keuken. Hier ook weer poetsen, onderhoud, mars, veldloop en de schietbaan. Ook wetskennis, paraat zijn met het brandpiket, met Koninginnedag parade lopen in Apeldoorn, vrijwillig aangewezen om te collecteren voor het Rode Kruis, wachtlopen aan de achterzijde van het Stafgebouw 1 LK. Verkeersdienst te
Velde. Axis up, Axis down, langs de IJsseloever en de Holterberg. Op de zessprong bij de Naald te Apeldoorn als verkeersagent leren het verkeer te regelen.
Vervolgens een maand naar de Autoschool. Dus theorie en praktijk. De autolessen vonden plaats in 1/4-tonners met open laadbak. Het schakelen gebeurde met dubbel kluts. Iets te weinig of teveel gas dat gaf een lawaai in de versnellingsbak. Les van o.a. een korporaal 1e klas uit Ambon, die als er iets mis ging, je op zijn Maleis uitschold. Daarna rij-examen te Berg en Bos en in Apeldoorn. Blauw rijbewijs gehaald. Een tijdje later moesten diegenen die geslaagd waren (rijbewijs) uittreden en verzamelen in de eetzaal; daar liepen wij mooi in de val. Het was schoonmaken i.p.v. rijden.
In Epe op een kruispunt, stond ik verkeer te regelen en daar kreeg ik een kop koffie. Tot mijn afgrijzen lag er een vel op zo groot als het kopje. Ik maar roeren (maar het was een eigenwijs vel) om het om het lepeltje te krijgen, maar dat lukte niet; weggooien ging niet want de mevrouw bleef netjes wachten op haar kopje. Dus dat werd ogen dicht en slikken maar!
Bij een kasten inspectie door 1e luitenant van Wijk, zag hij een potje boter, jam en ontbijtkoek."Wat betekent dat?", vroeg hij. Naief zei ik: "Het eten is niet zo best". Prompt kreeg ik na-inspectie. Er zat schoensmeer op de insmeerborstel. De vuurdoop vond plaats op de gevechtsbaan I.S.K. Harskamp.
Na de voortgezette opleiding kregen we de nestels ten teken dat we geslaagd waren voor de politie-opleiding en klaar voor de parate hap.
Op 23 september 1954 als dienstplichtig marechaussee 3e klas naar ....?? Harderwijk, Havelte, Mill of Nunspeet. Een van de vier.
