Anekdotes en (sterke) verhalen
Einde plantsoen. Door mar Wim Visser, lichting 66-2
We hadden in september 1967 een escorte van twee Antars (enorme beesten waarop tanks werden vervoerd), met daarop van die AMX-tanks. Geen idee meer waarheen. Paul, Rens en Gerrit waren met de jeeps en ondergetekende zat op de onvolprezen Matchless motor. En natuurlijk werd er halt gehouden bij een militair tehuis ergens op de Veluwe. De Antar-chauffeurs parkeerden hun monsters aan de rand van de parkeerplaats met hun neus naar een meter of drie lager gelegen plantsoen.
Na enige tijd ging een van de chauffeurs even checken of zijn kar het nog deed. Hij klom in de cabine en startte de wagen. Maar bij die monsters moest je eerst de remmen opblazen of zo iets, want anders …..! En dat gebeurde. De Antar reed iets naar voren en toen Jan Soldaat wilde remmen gebeurde er niets.
Het gevaarte, compleet met AMX reed naar beneden het plantsoen in waar hij in het rulle zand tot stilstand kwam. Het ding wilde niet meer voor- of achteruit. In het plantsoen hadden de wielen al hun verwoestende werk gedaan. Maar daar zou het niet bij blijven. Om het gevaarte er weer uit te krijgen werd eerst de andere Antar op de parkeerplaats in stelling gebracht. Tevergeefs probeerde hij zijn broer er achteruit uit te trekken.
Bij de tweede poging werd de AMX in stelling gebracht. De tank werd van de gestrande Antar afgereden en ploegde zich door het gazon een weg naar de voorkant van de Antar. Er was tussen de wagen en de bosrand echter niet meer genoeg ruimte om te trekken, dus werd de tank schuin voor de wagen gezet. Moet kunnen: het stuur van de Antar draaien, AMX vol gas en klaar is Kees. Het stuur van de Antar was met geen mogelijkheid in beweging te krijgen. De AMX wel ……. Omdat hij schuin voor de truck stond trok de AMX zichzelf uit zijn tracks en toen hadden we twee patiënten. En weer een paar vierkante meter omgewoeld plantsoen erbij.
Volgende bedrijf: De AMX werd van de andere Antar afgereden, deed zijn verwoestende werk in het plantsoen en belandde vóór de eerste AMX in het (voormalige) plantsoen. Hij zou eerst zijn zus er uittrekken en dan de Antar. Toen een ernstig gekraak in het onderstel aangaf dat er weer een immobiele patiënt zou bijkomen werd deze poging snel gestaakt.
Situatie dus: Een vastzittende Antar, een uit zijn rupsen gelopen AMX en een hele AMX.
Besloten werd de andere Antar op weg te sturen naar een naburige kazerne om daar een Centurion op te halen.
Nadat deze grote jongen de laatste grassprieten had weggeploegd sleepte hij moeiteloos eerst de hele AMX, daarna de gesneuvelde tank en uiteindelijk ook met heel veel moeite de Antar uit de put.
We waren de hele dag zoet met dit fraaie schouwspel dat we in hoofdzaak vanachter de PMT-ramen onder het genot van veel koffie gade sloegen. Toen alles weer op de weg stond was het al een flink eind in de middag. We leverden uiteindelijk alle tanks en de beide Antars af bij de dichtstbijgelegen kazerne en keerden terug naar Nunspeet.
We hadden onze maten wel wat te vertellen.